Longfunctieonderzoek wordt in onze praktijk uitgevoerd met behulp van een spirometer.
Hiermee kunnen verschillende parameters worden bepaald.
De belangrijkste daarvan zijn:
De geforceerde vitale capaciteit (FVC): hoeveel liter lucht met kracht uitgeblazen kan worden.
De éénsecondewaarde (FEV1): hoeveel liter lucht in de eerste seconde na volledige inademing uitgeblazen kan worden.
De FEV1 is afwijkend bij COPD: astma, chronische bronchitis, emfyseem, e.a.
De piek-uitademingsstroom (PEF): de maximale hoeveel liter lucht die per tijdseenheid uitgeademd wordt.
De ratio van FEV1 / FVC:
Bij obstructieve longaandoeningen is deze ratio verlaagd.
Bij restrictieve longaandoeningen is deze ratio normaal of soms zelfs verhoogd.